HULP GEVRAAGD DOCTORAAT: “Van de nieuwe naar de oude wereld: verhalen van Vlaamse landverhuizers”

emigratie

HULP GEVRAAGD DOCTORAAT: “Van de nieuwe naar de oude wereld: verhalen van Vlaamse landverhuizers”

Eind 19de, begin 20ste eeuw trokken tienduizenden Vlamingen naar de Verenigde Staten en Canada om hun droom achter na te jagen: een beter leven. De industrialisering die zich eind 18e eeuw heeft doorgezet, had er namelijk voor gezorgd dat de plattelandseconomie langzaamaan verdween, en het leven van landbouwers, maar ook ambachtslui, steeds onvoorspelbaarder werd. Als gevolg wou een grote groep Vlamingen op zoek gaan naar een andere manier van leven en werken. Die besloten ze te zoeken over de grote plas, waar veel land, geld, en vrijheid te vinden zou zijn. Ze lieten alles achter om een lange, spannende reis te ondernemen naar een groots en onbekend continent.

Het verhaal van de landverhuizers begon in meestal Antwerpen: daar namen ze de Red Star Line richting Noord-Amerika en gingen aan wal in New York, Ellis Island. Eens aangekomen, kon hun Nieuwe Wereld-avontuur écht beginnen. De meeste emigranten weken uit naar steden rond de Great Lakes, zoals Chicago (Illinois), Moline (Illinois) Detroit (Michigan), en De Pere (Wisconsin), maar ook in California, Texas en Canada streken veel Vlamingen neer. En ook al waren ze vanaf dat moment mijlen van België verwijderd, met behulp van verenigingen, Vlaams-Amerikaanse kranten zoals De Gazette van Detroit, en brieven naar het thuisfront onderhielden de landverhuizers hun Vlaamse roots. Bovendien verzachtte het de uitdagingen die gepaard gaan met migratie: de landverhuizers moesten zich immers aanpassen aan een nieuwe omgeving, een nieuw systeem, en een nieuwe taal.

In het kader van een doctoraatsonderzoek aan de Vrije Universiteit Brussel, wordt momenteel onderzoek gevoerd naar de aanpassingen van Vlaamse emigranten in Noord-Amerika. Hoe was het leven in Noord-Amerika? Was er veel verschil met dat in België? Hadden sommige migranten spijt van de oversteek? Voldeed Noord-Amerika aan hun verwachtingen? En hoe zat het met de taal, konden de emigranten genoeg Engels om zich verstaanbaar te maken?

Het is slechts een klein aantal van de vragen die aanbod komen in het doctoraatproject geleid door Yasmin Crombez. Yasmin Crombez is een afgestudeerde studente Taal- en Letterkunde (UGent), die altijd al een passie heeft gehad voor Nederlands – Engels taalcontact. Daarom gaat ze zich nu verdiepen in de invloed van het Amerikaans-Engels op het taalgebruik van Vlaamse emigranten in de negentiende en twintigste eeuw. Naast algemenere vragen die polsen naar de aanpassingen van de landverhuizers, wil ze ook specifiek achterhalen hoe de emigranten zich positioneerden tegenover de Engelse taal. Voelden ze de behoefte om de taal te leren, of hadden ze aan het Nederlands genoeg? Oefende het Engels veel invloed uit op hun Nederlands? Gebruikten de dromenjagers misschien Engelse woorden of uitdrukkingen? En verschilde dat naar gelang hun leeftijd, opleiding of geslacht? Aangezien het onderzoek kadert binnen de historische sociolinguïstiek, staan vooral de ‘gewone’ man en vrouw centraal. Het doel van het project is uiteindelijk om de relatie tussen taal en migratie in kaart te brengen.

Om dit project waar te maken, hebben we uw hulp nodig! Heeft u (kopieën van) brieven, postkaarten of misschien zelfs dagboeken in uw bezit waarin geëmigreerde Vlamingen hun avonturen in Noord-Amerika uit te doeken doen? Of kent u iemand die deze schatten op zolder heeft liggen? Aarzel dan niet om contact op te nemen via het e-mailadres yasmin.crombez@vub.be. We luisteren graag naar uw verhaal.

We zijn voornamelijk op zoek naar persoonlijke documenten zoals brieven en postkaarten (in het Nederlands geschreven) die stammen van de 19e en 20ste eeuw, maar andere interessante documenten zijn zeker ook welkom!

Bron: B. BEELAERT en M.-C. LE BAILLY, ‘Dossier: migratie Europa-Noord-Amerika (ca. 1860-1930),’ website www.familiegeschiedenis.be, 2013